Wat "hoofdverblijf" is, en waarom het belangrijk is voor uw verblijf in Nederland

Volgens de Vreemdelingenwet moeten houders van een verblijfsvergunning zich laten registreren op het adres van hun hoofdverblijf in Nederland. De Nederlandse Immigratie en Naturalisatiedienst (IND) kan op grond van artikelen 18 en 19 van de Vreemdelingenwet uw aanvraag voor een verlenging van de verblijfsvergunning afwijzen - of zelfs intrekken - als u uw hoofdverblijfplaats niet meer in Nederland is. De gevolgen die verbonden kunnen worden uit het hebben van uw hoofdverblijf elders kunnen ernstig zijn: u kunt uw verblijfsrecht in Nederland mogelijk niet herstellen, tenzij u terugkeert naar uw land van herkomst en de aanvraagprocedure tot een verblijfsvergunning van voor af aan begint. Volgens het vreemdelingenbeleid moet de IND een beoordeling van het hoofdverblijf maken aan de hand van objectieve factoren; als de vergunninghouder bijvoorbeeld langer dan zes maanden uit Nederland is, kan de IND vaststellen dat hij niet langer voldoet aan het vereiste van het hebben van hoofdverblijf in Nederland.

Toch kan volgens het beleid flexibiliteit worden toegepast ten aanzien van bepaalde groepen. Zo mogen studenten en kennismigranten langer in het buitenland verblijven. In het geval van studenten zou, mits hun studie in het buitenland (d.w.z. Erasmus, uitwisseling) minder dan 12 maanden duurt, hun hoofdverblijf worden aangemerkt als zijnde nog steeds in Nederland. In geval van kennismigranten bedraagt deze periode 8 maanden.

U moet zich ervan bewust zijn dat deze berekening niet onderworpen is aan een periode binnen één kalenderjaar, maar op een gecumuleerde basis binnen een periode van 12 maanden.

Zo zouden hoogopgeleiden kunnen denken dat als ze op 1 september 2020 vertrekken, ze op 1 augustus 2021 naar Nederland kunnen terugkeren omdat er in 2020 nog maar vier maanden over zijn en vanaf begin 2021 de telling weer bij nul begint; dit is echter niet juist. In feite kan de IND elke periode selecteren, ongeacht het kalenderjaar, en controleren of de totale opgebouwde tijd van het verblijf in het buitenland meer dan 8 maanden bedraagt. Onderstaande grafiek geeft u daar een betere illustratie van.

Geval één: Jennifer (kennismigrant)

Tijd in het buitenland

1 september 2020 - 31 mei 2021

De totale periode die in het buitenland wordt doorgebracht is 9 maanden. De hoofdverblijfplaats wordt niet langer beschouwd als zijnde in Nederland.

 

Geval twee: Peter (kennismigrant)

Tijd in het buitenland

1 september 2020 - 31 december 2020

(Woonachtig in NL voor de hele maand januari)

1 februari 2021 - 30 juni 2021

De totale periode die in het buitenland wordt doorgebracht is 9 maanden, binnen het jaar dat begint in september 2020 en eindigt in september 2021. Ondanks een verblijf van een maand in Nederland in januari, is de berekening op cumulatieve basis in plaats van aaneengesloten.

 

In de praktijk gebruikt de IND vaak de Basisregistratie personen (BRP) om te controleren of u nog woonachtig bent op een adres. Als er geen geldig adres in uw profiel staat, of als u bent geregistreerd als niet-ingezetene (Registratie Niet-Ingezetenen), dan heeft de IND redelijk bewijs om aan te nemen dat uw hoofdverblijf niet in Nederland ligt. Volgens de Wet basisregistratie personen wordt uw adres in het BRP-systeem ongeldig verklaad als de gemeente bevestigt dat u niet langer op dit adres woont. Zo vraagt de IND soms aan werkgevers om een volledige kopie van de paspoorten van buitenlandse werknemers te verstrekken om hun identiteit en adres te verifiëren. Ook kunnen de Nederlandse onderwijsautoriteiten uw huis bezoeken als uw kind onredelijk lang niet naar school is geweest en ze zullen ze bij de gemeente melden als niemand de deur opendoet. Als uw kind ook in het bezit is van een Nederlandse verblijfsvergunning, moet u dus rekening houden met de eisen die de Nederlandse Vreemdelingenwet stelt aan hoofdverblijf in Nederland. Al deze bewijsstukken worden bewaard door de IND en kunnen van invloed zijn op uw toekomstige aanvragen tot verblijf.